Bouwbedrijf Heijmans stelde in 2018 een aantal doelen wat betreft duurzaamheid. Zo wilde het in 2023 CO2 neutraal zijn. Die termijn zit er bijna op, dus is het tijd om de balans op te maken. ‘We waren heel ambitieus. Maar met het idee dat we een trend zouden zetten, ook al haalden we niet alles. Met onze ambities wilden we ook anderen mee krijgen’, vertelt directeur duurzame ontwikkeling Robert Koolen.
De duurzaamheidsdoelen van Heijmans moeten we in het grotere geheel zien van de volledige strategie 2018-2023, stelt Robert. Die strategie bestond uit drie pijlers: verbeteren, verslimmen en verduurzamen. ‘Verbeteren gaat om kwaliteit en veiligheid, dat is natuurlijk de basis. Misschien is het vanzelfsprekend, maar die moet je niet vergeten en je moet er wel invulling aan geven. We bouwen veilig of we bouwen niet.’
Verslimmen gaat over digitalisering en maaktechnologie. ‘Zo hebben we een houtskeletbouwfabriek overgenomen en zijn we die gaan uitbreiden.’ Daarnaast wordt bijvoorbeeld veel apparatuur uitgerust met sensoren. Die laten zien waar iets is, hoe lang het wordt gebruikt. Maar bijvoorbeeld ook hoe lang het stationair draait. ‘Met die informatie kun je gaan optimaliseren, en dat heeft ook weer impact op de duurzaamheid.’
Drie programma’s voor verduurzaming
Verduurzamen heeft op zijn beurt weer drie programma’s: de energietransitie, de materiële transitie en de ruimtelijke transitie. De ruimtelijke transitie heeft te maken met klimaatadaptatie en biodiversiteit. ‘Hoe ga je om met de gevolgen van klimaatverandering. Het wordt natter, heter en er zijn meer stormen. Je hebt het dan bijvoorbeeld over dijkverzwaring en wateropvang. Maar ook over groen in de omgeving.’
Bij de materialentransformatie heb je het over circulariteit. ‘Bij het ontwerp kijk je al hoe je zo min mogelijk materiaal kunt gebruiken en dat materiaal moet ook zo veel mogelijk losmaakbaar zijn en biobased. Daar helpt onze nieuwe houtskeletbouwfabriek in Heerenveen natuurlijk ook bij.’
Het meest ambitieus was de strategie voor de energietransitie. In 2023 – nu dus – wilde Heijmans CO2 neutraal zijn wat betreft de directe emissies. ‘Dat is niet helemaal gelukt’, vertelt Robert, ‘maar er zijn wel grote stappen gezet.’ Hij vertelt dat er vier knoppen zijn om aan te draaien. Allereerst heb je de kantoren. Daar liggen nu zonnepanelen op, er is overal ledverlichting en ze zijn A-label. De tweede knop is de mobiliteit, de mensen die van A naar B gaan. Vanaf januari zijn alle leaseauto’s voortaan elektrisch en ook de busjes zijn standaard elektrisch.
Het materieel
Maar echt ingewikkeld wordt het als het op elektrificatie van het materieel aankomt dat Heijmans gebruikt voor zijn projecten. Dat valt nog wel mee als je het hebt over het kleine materieel, zoals heftrucks en stampers. ‘Die zijn makkelijk elektrisch te maken, maar dat ligt anders bij bijvoorbeeld asfalteermachines en walsen.’
Toch elektrificeert Heijmans ook die asfalteermachines en walsen. Dat moeten ze alleen wel zelf in gang zetten. Ze werken daarvoor samen met een aantal partijen die daar goed in zijn. ‘De walsen hebben we samen met die partijen omgebouwd, en nu hebben we een asfalteermachine gekocht die we elektro maken’, zegt Robert. ‘Materieelbeheer is hierin echt een belangrijke partij. HMB maakt op dit moment grote sprongen.’
De bouwplaats
Tot slot zijn er de bouwplaatsen. Om die duurzaam te maken wordt er energie opgewekt met bijvoorbeeld zonnepanelen. Maar er moeten ook oplaadpunten zijn voor al het elektrisch materieel. ‘In de stad is dat meestal niet zo’n probleem, maar daarbuiten moet je een aansluiting aanvragen, en dan ben je zo anderhalf jaar verder’, vertelt Robert.
Of je moet met accupacks gaan werken voor kleine aansluitingen. Kleine accu’s moeten ‘s nachts worden opgeladen en ‘s ochtends weer worden neergezet op de bouwplaats. Maar je hebt ook heel grote batterijen nodig voor het grote materieel. Daar moet je er dan weer twee van hebben, de ene wordt opgeladen terwijl je de andere gebruikt.
‘Dat is interessant’, vindt Robert, ‘want dat doet ook iets met je planning. Vroeger zei je gewoon: “ik heb materieel nodig”, maar nu moet je er ook aan denken hoe dat materieel aan zijn energie komt. Energievoorziening wordt dus een belangrijke planningscomponent. Dat is echt een verandering. En net zoals elke andere planningslijn heeft die ook impact op de rest van de planning.’
De opdrachtgevers
Heijmans zelf zet goede stappen, maar zonder klanten is het bedrijf natuurlijk niets. Dus moet ook aan de klantkant beweging zitten wil de transitie succesvol zijn. ‘Klanten vragen wel om elektrisch materieel. Dat is prima natuurlijk, maar het is ook duurder. Budgetten zijn nog in de oude wereld opgesteld en mensen zijn daar ook nog aan gewend. Dus moet je die discussie soms opnieuw aangaan.’
Grote opdrachtgevers als RWS en ProRail denken gelukkig mee, geeft Robert aan. ‘Zij snappen heel goed het belang hiervan. Emissieloos materieel betekent minder stikstof. En minder uitstoot van stikstof betekent dat je plannen kunt laten doorgaan die anders stil zouden komen te liggen vanwege de stikstofregels.’
Datzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor houtbouw, ook daar komen minder emissies bij vrij. Heijmans heeft van alle standaardwoningen versies gemaakt op basis van HSB. Doordat HSB wordt geprefabriceerd in de fabriek in Heerenveen, hoeven de woningen op de bouwplaats alleen nog in elkaar te worden gezet. Bovendien is hout veel lichter dan traditioneel materiaal. Er zin dus minder en minder zware machines nodig op de bouwplaats, wat veel uitstoot scheelt.
De rol van de overheid
De overheid moet op het gebied van duurzaamheid een grotere rol gaan spelen, vindt Robert. De subsidies kunnen bijvoorbeeld veel efficiënter. ‘Er is nu wel een subsidiepotje voor de aanschaf van elektrisch materieel, maar een heel stuk blijft buiten beeld. Alle logistieke aanpassingen zitten niet in de prijs van het materieel, maar daar zit wel een groot deel van de kosten.’
Ook kan de overheid een grotere rol spelen in de normstelling van wat we acceptabel vinden, stelt hij. En in standaardisatie, want de markt is erg versplinterd. Op het gebied van emissie is er nu net het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen. ‘Het is nog een convenant en geen regelgeving, maar het legt wel een bodem in de markt en dus moet iedereen mee’, stelt Robert vast. ‘Met alle investeringen die we al hebben gedaan denken wij zelf dat we het meest ambitieuze pad relatief eenvoudig kunnen halen.’
Naar de toekomst toe
Nu het 2023 is, is het ook tijd voor een nieuwe strategie die loopt tot 2030. Duurzaamheid speelt ook daarin een belangrijke rol, geeft Robert aan. Hierin krijgt de gezonde leefomgeving nog meer focus, zegt hij. ‘Water wordt een belangrijker thema. We hebben daar oplossingen voor, zoals wateropvang, aangepaste rioolstelsels, meer groen in steden, wateropvang op gebouwen. In wijken die we ontwerpen is meer plaats voor opvang, zoals wadi’s, maar we passen ook open bestrating toe.’
Verder verschuift de focus van directe emissie naar indirecte emissie. ‘Dat gaat over de materiaalkeuze en de keuze van leveranciers en partners. Ik vind dat een mooi vervolg op onze bestaande strategie. We hebben eerst ons eigen huishouden op orde gebracht, en nu gaan we invloed uitoefenen op ons indirecte huishouden.’
Bij de keuze van een baksteen gaat Heijmans dus niet alleen kijken naar de grootte, kleur en de kwaliteit, maar ook naar de CO2-uitstoot bij de productie. ‘Dat deden we al, maar nu gaan we kijken of we daar echte getallen en doelstellingen aan kunnen verbinden. Dan is het belangrijk om alle informatie rondom zo’n product boven wat er te krijgen. Binnen ons bedrijf, maar ook van onze leveranciers. Betrouwbaarheid, openheid en transparantie in de hele keten wordt dan belangrijk.’
Hoe transparanter de leverancier, hoe geloofwaardiger de duurzaamheidsclaims en hoe interessanter die leverancier dus wordt voor Heijmans. ‘Dat spel gaat de komende tijd veel gespeeld worden’, sluit Robert af.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website Bouw en Installatie Hub