Uit onderzoek van Ipsos blijkt dat koopkrachtbehoud voor veel Nederlanders belangrijker is dan de strijd tegen klimaatverandering. In opdracht van BNP Paribas Group onderzocht Ipsos in tien Europese landen onder andere wat Europeanen verstaan onder een eerlijke energietransitie. Bij de afweging tussen koopkrachtbehoud en het voorkomen van klimaatopwarming zegt 40% van de ondervraagden dat de strijd tegen klimaatverandering belangrijker is dan koopkrachtbehoud, 41% kiest voor het beschermen van de koopkracht, 19% geeft aan het niet te weten. Van alle Europeanen kiezen alleen de Belgen nog nadrukkelijker voor koopkrachtbehoud (46%) dan de Nederlanders. In Italië wordt het meest gekozen voor het voorkomen van klimaatopwarming (58%).
Als we kijken naar hoe bezorgd Europeanen zijn over klimaatverandering voeren de Italianen de lijst aan: 88% van de respondenten maakt zich veel tot tamelijk veel zorgen. In Spanje maakt het minst aantal respondenten zich zorgen, slechts 60% geeft aan zich veel of tamelijk veel zorgen te maken om klimaatverandering. Nederland is in deze lijst een middenmoter en komt met 76% op de vijfde plaats van de in totaal tien onderzochte landen.
In antwoord op de vraag wat respondenten een goede manier vinden om mensen te stimuleren om de opwarming van de aarde te verminderen, hebben Nederlanders het meest vertrouwen in financiële prikkels die positief gedrag belonen. 76% van de respondenten geeft aan dit de beste manier te vinden. Het gebruiken van belastingen om gedragingen die slecht voor het klimaat zijn te ontmoedigen scoort, ondanks dat 60% van de respondenten dit een goede manier acht, bij Nederlanders het laagst. Dit is in lijn met het Europees gemiddelde.
62% van de Nederlandse respondenten vreest ongelijkheid als gevolg van inspanningen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Ze maken zich vooral zorgen over de verschillen tussen welgestelden en de armste groepen mensen (71%) en tussen verschillende landen (65%).
Wilfried Remans, Head of the Sustainability Network bij BNP Paribas: “Uit het onderzoek blijkt dat mensen zich grote zorgen maken om zowel de koopkrachtcrisis als de klimaatcrisis. Dit onderstreept het belang van een eerlijke energietransitie, waarbij goede alternatieven worden geboden en de kosten niet worden afgewenteld op de financieel meest kwetsbaren die vaak ook de kleinste vervuilers zijn. Een eerlijke energietransitie is daarmee niet alleen een kwestie van rechtvaardigheid, maar ook essentieel voor het behoud van draagvlak. Als mensen het gevoel hebben onevenredig te worden getroffen door de kosten van de energietransitie, kan dit leiden tot weerstand tegen belangrijke klimaatinitiatieven. Maatregelen zoals het belonen van goedkopere vormen van transport worden als positief ervaren en kunnen juist bijdragen aan het draagvlak.”
Voor het onderzoek zijn 9445 respondenten uit 10 verschillende landen, waaronder Nederland, ondervraagd.
De respondenten werden ondervraagd via een zelf in te vullen online vragenlijst. Het onderzoek is uitgevoerd tussen 17 februari tot 16 maart 2023.