Oproep aan moedige beslissers en beleidsmakers: Omarm bioplastics!
Vanaf 1 juli 2023 gelden er nieuwe regels voor de plastic bekers en bakjes voor eenmalig gebruik waarin dranken en maaltijden worden afgehaald of bezorgd. De maaltijden moeten worden geleverd in:
- een zelf meegebrachte beker of verpakking
- een beker of verpakking waarvoor de klant statiegeld betaald als stimulans voor de klant om de verpakking terug te brengen; of
- een beker of verpakking voor eenmalig gebruik waarvoor de klant moet betalen.
De overheid heeft bepaald dat de ondernemer die de drank en/of maaltijd levert zelf mag vaststellen hoeveel de klant moet betalen voor een beker of verpakking. Als richtlijnen geeft de overheid € 0,25 voor bekers en € 0,50 cent voor de verpakking van een maaltijd. Omdat de ondernemer deze bedragen niet aan de overheid hoeft af te dragen volgt er stimulans tot het verminderen van het gebruik van vervuilende plastics uit deze prijsverhoging voor de klant.
De nieuwe regels gelden ook voor wegwerpbekers en bakjes vervaardigd van bioplastics (biologisch afbreekbaar/composteerbaar plastic of plastic van hernieuwbare grondstoffen). Dat laatste is niet alleen onbegrijpelijk vanuit het oogpunt om vervuiling tegen te gaan, maar leidt ook tot regelrechte kapitaalvernietiging. Er zijn namelijk al geruime tijd milieuvriendelijke alternatieven voor plastic voor eenmalig gebruik op de markt, alternatieven die vaak ontwikkeld zijn met behulp van aanzienlijke overheidssubsidies. Door de huidige regelgeving worden die subsidies weggegooid geld.
Overheden stellen dat zij onderkennen dat bioplastics een belangrijke rol kunnen spelen op diverse terreinen en dat bioplastics een belangrijke bijdrage kunnen leveren om de doelstellingen voor een circulaire economie te halen, zoals onder andere vastgelegd in de “Green Deal”. Van “practice what you preach” is helaas nog steeds geen sprake. Op dit moment maken bioplastics slechts ongeveer 1% uit van de totale plastic productie. Om dit te veranderen is het noodzakelijk dat bestaande milieuonvriendelijke systemen en wet- en regelgeving worden aangepast. Door in de regelgeving bioplastics ruim baan te geven zullen de investeringen in duurzame oplossingen toenemen en is er een (kleine) kans dat de belangrijke doelstellingen van de Green Deal alsnog worden gehaald.
Door de invoering van wet- en regelgeving houden beslissers en beleidsmakers in Europa echter vast aan plastic geproduceerd uit fossiele brandstoffen en de recycling daarvan. Uit de praktijk blijkt echter dat er aan recycling van fossiele plastics nadelen kleven. Zo moet er bij recycling, een milieuonvriendelijk chemisch proces, bijna altijd een percentage nieuw plastic worden toegevoegd om de kwaliteit van het gerecyclede materiaal op peil te houden. Daarnaast is, onder andere door de OECD, vastgesteld dat slechts een zeer beperkt deel van het plastic daadwerkelijk gerecycled wordt. Desondanks is recycling nog steeds het toverwoord in Brussel en London en wordt het gebruik van innovaties die beter zijn voor het milieu met wet- en regelgeving gefrustreerd.
Omdat plastic wegwerpbekers en verpakkingen voor afhaalmaaltijden meestal vervuild zijn met voedselresten worden zij alleen al daardoor niet gerecycled. Ze eindigen in een verbrandingsoven of op de vuilnisbelt waar ze na tientallen jaren veranderen in microplastics. Die microplastics komen, zoals uit wetenschappelijk onderzoek keer op keer blijkt, terecht in het milieu, het voedsel, dieren en het menselijk lichaam.
De invoering van een plastictoeslag voor wegwerpbekers en verpakkingen werkt averechts en zal niet tot vermindering van plastic voor eenmalig gebruik leiden.
De burger stelt het gemak en de hygiëne van de wegwerpproducten op prijs en neemt de extra kosten voor levering van dranken en maaltijden in een plastic wegwerpbeker of verpakking dus voor lief. Door die keuze subsidieert vanaf 1 juli niet alleen de overheid, maar ook de burger het continueren van het gebruikt van fossiele producten. Terwijl dat dus niet nodig is. De feitelijke kostenverhoging raakt bovendien de economisch zwakkere groepen extra hard.
Er zijn, zoals hiervoor gesteld, voor veel plastic producten voor eenmalig gebruik 100% natuurlijke alternatieven beschikbaar die in alle situaties (vuilnisbelt, compostinstallaties, de natuur en de oceaan) biologisch worden afgebroken zonder schadelijke stoffen en microplastics achter te laten. Veel van deze alternatieven kunnen ook als ze vervuild zijn met voedselresten door middel van anaerobe vergisting in ongeveer 45 dagen worden omgezet in gezonde compost en zijn dus volledig circulair. Zelfs wanneer deze alternatieven in het zeewater komen breken ze nog op een natuurlijke schone wijze af.
Daarom bij deze een oproep aan de beslissers en beleidsmakers in Brussel, Den Haag, Londen: “Omarm bioplastics”! In het belang van het milieu. Richt de wetten en regels zo in dat het gebruik van de milieuvriendelijke bioplastics loont en zo het gebruik van plastics voor eenmalig gebruik wordt uitgebannen. Alleen een moedig besluit kan de innovatieve biomaterialen industrie en de werkgelegenheid die zij creëert voor Europa en het VK behouden in plaats van te verhuizen naar bijvoorbeeld de VS waar wel ruimte wordt gegeven aan bioplastics. Gebeurt er niets dan moeten Europa en het VK, over een aantal jaren wanneer politici de meerwaarde van bioplastics inzien, alle milieuvriendelijke biomaterialen, die plastic voor eenmalig gebruik kunnen vervangen, importeren.
Robert I. de Jong, CEO Solinatra