Hoog op agenda
VNO-NCW, dat maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog op de agenda plaatst, is zeer actief betrokken geweest bij de ontwikkeling van de twee nieuwe instrumenten. Het bedrijfsleven heeft volgens Wientjes de kans gehad om volledig haar standpunt, wensen en bezorgdheid uit te drukken in dit proces.
Twee instrumenten
Als eerste zijn in mei 2011 de OESO-richtlijnen voor multinationals aangenomen. Dit zijn handvatten voor bedrijven om met kwesties om te gaan als: ketenverantwoordelijkheid, mensenrechten, kinderarbeid, milieu en corruptie. De OESO-richtlijnen worden gebruikt door 42 landen, waaronder Nederland.
Als tweede zijn de VN gidsprincipes voor bedrijfsleven en mensenrechten, ontwikkeld door professor John Ruggie, door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties goedgekeurd. Aan de discussie met het team van Professor Ruggie over de formulering van de definitieve tekst heeft VNO-NCW actief bijgedragen.
In de praktijk
Maar de taak van onder meer VNO-NCW zit er niet op nu de nieuwe teksten er zijn, zegt Wientjes: Bedrijven moeten worden geïnformeerd over de nieuwe instrumenten. En, zegt de voorzitter van VNO-NCW, de nieuwe richtsnoeren moeten verder worden ontwikkeld en toegepast in de praktijk.
Brochure MVO
Wientjes reikte de brochure ‘The 2011 OECD guidelines for multinational enterprises; an introduction for business’ vanmiddag uit aan Maxime Verhagen, minister van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. Dat deed hij in het bijzijn van onder meer John Ruggie, Agnes Jongerius (FNV) en Alexander Rinnooy Kan (SER). Deze brochure kwam tot stand in samenwerking met de Duitse werkgeversorganisatie BDA en biedt ondernemers een snelle en makkelijk leesbare introductie tot de OESO-richtlijnen.