De eerste avond werd overwegend bezocht door Nederlanders en ook enkele Chinese Nederlanders. Indiase Nederlanders waren er beduidend minder aanwezig. De debatavond voorzag in een mogelijk wat al te groot aantal sprekers. Ook op de regie door voormalig Financieel Dagblad-redacteur Marleen Janssen als moderator van de avond viel helaas nogal wat af te dingen.

De openingstoespraak werd gedaan door Simon Smits, directeur-generaal Internationale Betrekkingen bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, bij afwezigheid van staatssecretaris dr. Henk Bleker, die zich over de begroting van het ministerie moest verantwoorden in de Eerste Kamer.

In zijn speech ging Smits onder meer in op de richtlijnen die door OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development, een organisatie van overwegend welvarende westerse landen, gezeteld in Frankrijk) zijn opgesteld over maatschappelijk verantwoord ondernemen. De OECD-richtlijnen zijn erop gericht om duurzame economische groei, werkgelegenheid en een hogere levensstandaard wereldwijd, met behoud van financiële stabiliteit te bereiken, en op die wijze bij te dragen aan de ontwikkeling van de wereldeconomie. De OECD-richtlijnen bevatten ook regels om het milieu te beschermen en corruptie tegen te gaan.

De Nederlandse overheid ondersteunt Nederlandse ondernemingen in hun inspanningen om ook binnen internationaal perspectief maatschappelijk verantwoord te ondernemen door het uitwisselen van informatie en door samenwerking met de regeringen van China en India. Toegespitst op China lanceerde de Benelux Kamer van Koophandel een website over maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in China (csrproject.bencham.org). Onderdeel daarvan is een MVO-platform dat bedrijven de gelegenheid geeft om ervaringen uit te wisselen over moeilijke onderwerpen, zoals hoe arbeidsomstandigheden aan te snijden bij een Chinese zakenpartner.

De mensenrechten behoren standaard tot de agenda van economische missies. De normen waaraan Nederlandse bedrijven op het gebied van MVO moeten voldoen om mee te mogen doen aan internationale handelsmissies worden volgens Smits vooraf goed met hen gecommuniceerd. Wanneer bedrijven hier de hand mee lichten worden ze bij volgende handelsmissies van deelname uitgesloten.

Smits benadrukte verder dat het Nederland niet past om bij het zakendoen met China met een opgeheven vingertje te wijzen naar tekortkomingen op dit gebied. “De Nederlandse regering gaat bij internationaal zakendoen uit van wederzijds respect, gelijkwaardige posities en begrip voor culturele verschillen”. D.P. Nambiar, die namens de Indiase staalgigant Tata TCS aanwezig was op Chindia Rules! viel de DG daarin volop bij. ‘Kom niet met voorschriften naar ons toe’.

Het tijdens de Chindia Rules!-avond uitgereikte rapport van het Ministerie “The Economic Balance of Power Shifts from West to East” maakt duidelijk dat de Nederlandse regering zich sterk bewust is van de sinds de economische crisis snel verschuivende balans binnen de wereldeconomie van het Westen naar het Oosten.

Binnen de internationale economische betrekkingen richt de Nederlandse regering zich op wederzijdse, vruchtbare handelsbetrekkingen met onder meer de Aziatische grootmachten China en India. Daarbinnen mikt de regering op voortschrijdend inzicht en groei van duurzame ontwikkeling en het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid door de regeringen en het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld van China en India.