Het juridische comité van het Europees Parlement heeft 25 april 2023 een voorlopig akkoord bereikt over Europese wetgeving voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). ‘Hiermee is een belangrijke stap gezet in het Europese wetgevingstraject. Alleen door een Europese aanpak -met dezelfde regels voor ondernemingen in de hele EU- kunnen we namelijk tot ver in handelsketens over de wereld echt verschil maken voor mens en milieu. Nu is het zaak dat het Europees Parlement op 1 juni het akkoord definitief aanneemt tijdens de plenaire stemming. Zo houden we echt vaart in het proces. In de onderhandelingen die hierna komen tussen de Raad, de Commissie en het Parlement (de zogeheten triloogfase) moeten dan nog verdere verbeteringen gerealiseerd worden’, aldus VNO-NCW en MKB-Nederland.
Het EP-voorstel bestaat uit een omvangrijk pakket aan maatregelen voor bedrijven om te bewaken dat ze alles doen wat in hun macht ligt om milieu- en arbeidsmisstanden bij leveranciers te helpen uitbannen. ‘Met het nieuwe voorstel komt er ontegenzeggelijk veel op ondernemers af. Voor bedrijven was het echter niet de vraag of IMVO-wetgeving nodig is, maar op welke wijze die wetgeving de meeste impact heeft en tegelijkertijd werkbaar is. Dit Europese voorstel bevat een aantal hele goede elementen om deze impact daadwerkelijk te waarborgen al zijn dus wel verdere verbeteringen nodig in de volgende fase’, aldus de ondernemers.
Meer in lijn met OESO-richtlijnen
‘Een van de goede elementen uit het voorstel is dat bedrijven op basis van risicoanalyses werk kunnen maken van de aanpak van de grootste vraagstukken in hun ketens.’ Verder is het volgens VNO-NCW en MKB-Nederland belangrijk dat de mogelijkheid voor sectorale samenwerking behouden blijft. ‘Juist samenwerking tussen bedrijven, NGO’s en vakbonden binnen een sector is een belangrijk element van een succesvolle aanpak om toeleveringsketens te verduurzamen. Mooi voorbeeld hiervan is de textielsector, waar deze aanpak al enkele jaren aantoonbaar tot resultaat leidt. Ook is het een goede stap dat het voorstel meer in lijn is gebracht met de OESO-richtlijnen, bijvoorbeeld als het gaat over de aansprakelijkheid over het eigen handelen.’
Volgende fase gebruiken voor verdere verbetering
In de volgende fase van het wetgevingsproces is het vooral belangrijk dat de Europese Raad, de Commissie en Parlement kijken hoe de administratieve lasten voor bedrijven verder naar beneden kunnen worden gebracht. Belangrijk is dat de regels in de praktijk werken en bedrijven bijvoorbeeld ook niet onderling allerlei kosten moeten gaan verrekenen. Verder biedt het voorstel nog steeds veel ruimte voor interpretatie en daarmee onzekerheid bij een eventuele gang naar de rechter.’ De ondernemersorganisatie zullen in de triloogfase bijdragen leveren hoe deze zaken verder te ondervangen.