ESG-activiteiten, met betrekking tot duurzaamheid, diversiteit en werknemerstevredenheid, correleren met sterkere financiële winstgevendheid en groei voor particuliere bedrijven, zo blijkt uit een gezamenlijk onderzoek van Bain & Company en EcoVadis.
Het onderzoek, getiteld “Do ESG Efforts Create Value?” beoordeelde hoe ESG-activiteiten en -resultaten 100.000 bedrijven, waarvan 80% privé, hebben beïnvloed. Dit onderzoek biedt nieuwe inzichten in de voordelen van ESG-prestaties voor private ondernemingen en onderstreept de noodzaak voor participatiemaatschappijen om ESG in hun aanpak te integreren.
“Onze bevindingen bieden het broodnodige perspectief in het debat over de vraag of ESG-activiteiten correleren met financiële prestaties”, aldus Axel Seemann, adviserend partner bij Bain & Company. “Deze nieuwe gegevens tonen aan dat positieve ESG-resultaten een kenmerk zijn van succesvolle bedrijven. Dit zou particuliere ondernemingen en investeerders moeten aanmoedigen om met vertrouwen hun ESG-inspanningen te verdubbelen. We verwachten dat deze correlatie alleen maar sterker wordt naarmate ESG-gegevens rijker en genuanceerder worden.”
Het onderzoek onderzocht hoe verschillende aspecten van ESG-activiteiten die in EcoVadis-scorecards naar voren komen – waaronder het implementeren van praktijken om koolstof te verminderen en DEI te verbeteren, het inbedden van duurzaamheid in managementprocessen en duurzaam inkopen – samenhangen met zowel ESG-resultaten als financiële prestaties. Uit de bevindingen blijkt dat ESG-activiteiten niet alleen de planeet en de samenleving ten goede komen, maar ook verband houden met zowel een sterkere omzetgroei als hogere EBITDA-marges.
Vier correlaties tussen ESG-activiteiten en bedrijfsresultaten
- Bedrijven met meer vrouwen in het executive team hebben betere financiële resultaten. Bedrijven die in de top 25% van hun sector zitten wat betreft genderdiversiteit in het executive team hebben een jaarlijkse omzetgroei die ongeveer 2 procentpunten hoger ligt dan die van bedrijven in het onderste kwartiel. En hun EBITDA-winstmarges zijn 3 procentpunten hoger dan diezelfde groep.
- Het gebruik van hernieuwbare energie correleert met hogere EBITDA-marges in koolstofintensieve industrieën. In de sectoren natuurlijke hulpbronnen, vervoer en industriële goederen hebben bedrijven die meer hernieuwbare energie gebruiken hogere EBITDA-marges.
- Bedrijven die zich richten op ethische, milieu- en arbeidspraktijken binnen hun toeleveringsketens zijn winstgevender. Deze bedrijven hebben marges die 3 tot 4 procentpunten hoger liggen dan bedrijven die zich niet richten op de ESG-certificaten van hun leveranciers.
- ESG-leiders hebben een hogere werknemerstevredenheid; bedrijven met de meest tevreden werknemers groeien sneller en zijn winstgevender. Zij hebben een driejarige omzetgroei die tot 5 procentpunten hoger ligt dan die met minder tevreden werknemers en marges die tot 6 procentpunten hoger liggen dan bij achterblijvers. Naast de basisprincipes van een eerlijk loon en een veilige werkomgeving, kunnen de voordelen bestaan uit carrièretraining, geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg, kinderopvang en opleidingsmogelijkheden.
Deze bevindingen benadrukken de mogelijkheden voor particuliere ondernemingen om hun ESG-inspanningen, die momenteel achterblijven bij die van overheidsbedrijven, te verbeteren. Slechts 35% van de grote particuliere ondernemingen haalt topscores voor koolstofbeheer, vergeleken met 53% van de grote publieke ondernemingen, zo blijkt uit het onderzoek.
“Deze bevindingen zouden bedrijven op alle niveaus van ESG-volwassenheid moeten motiveren om hun investeringen in het versnellen van hun duurzaamheidsreis te verdubbelen”, aldus Sylvain Guyoton, chief rating officer bij EcoVadis. “Voor bedrijven in een beginstadium betekent dit de ontwikkeling van duurzaamheidsbeheersystemen met beleid, actieplannen en rapportage. Bedrijven in een volwassen stadium kunnen meer geavanceerde mogelijkheden nastreven, zoals regeneratief grondstoffenbeheer en productcirculariteit. Uiteindelijk kunnen deze praktijken in hun waardeketens worden geïntegreerd om bijvoorbeeld Scope 3 decarbonisatie- en circulariteitsinitiatieven te ondersteunen. Uit ons onderzoek blijkt dat dit harde werk de moeite waard zal zijn.”