Elke onderneming ‘moet iets met duurzaamheid’. Laten we er ook van uitgaan dat vrijwel elke onderneming iets wíl met duurzaamheid. In grote lijnen komt het er dan op neer dat men zich inspant om minder energie te verbruiken, groene energie in te kopen of minder grondstoffen te gebruiken (bijvoorbeeld door te recyclen) of een combinatie van die drie. Hoe de invulling er precies uitziet, in welke volgorde en in welk tempo dit wordt aangepakt, bepaalt iedere organisatie voor zich. Er zijn meerdere wegen naar een duurzame toekomst. Sterker, de groenste keuze is niet altijd de meest passende.
Bedrijven bepalen zelf hun verduurzamingsdoelstellingen. Ook de manier waarop ze die doelen bereiken is een eigen keuze. Er zijn bedrijven die als doel hebben CO2-neutraal of klimaatneutraal te opereren, anderen gaan een stap verder en zetten het vizier op net-zero of zelfs CO2-negatief of klimaatpositief.
- CO2-neutraal of klimaatneutraal betekent dat de totale CO2-uitstoot van de activiteiten van een bedrijf per saldo gelijk is aan de CO2 die het uit het milieu verwijdert. Hoe doe je dat? Bijvoorbeeld via emissiereductie of CO2-compensatie, zoals door financieel bij te dragen aan CO2-afvangprojecten.
- Net-zero is wanneer alle activiteiten binnen de waardeketen wat betreft CO2 geen netto-effect hebben op het klimaat en zo dus bijdragen om de opwarming van de aarde te beperken.
- CO2-negatief of klimaatpositief gaat nog een stap verder. Anders dan bij net-zero, waarbij er geen netto-effect is, wordt hier meer koolstofdioxide uit de atmosfeer verwijderd dan het bedrijf uitstoot. De activiteiten hebben dus een positief effect op het klimaat.
- Een vierde manier om een doelstelling te bepalen, is via de science-based target initiative-methode (SBTi) van de VN. Daarmee kan worden berekend hoeveel en in welk tempo een organisatie zijn CO2-uitstoot dient te reduceren om in lijn te zijn met het klimaatakkoord van Parijs.
Deze doelstellingen zijn stuk voor stuk uitdagend voor bedrijven en hebben elk een ander effect op bedrijf en milieu, een andere scope en vergen een andere inspanning.
Energie-inkoop is een belangrijke pijler
De bestemming bepaalt uiteraard mede de route die bedrijven bewandelen. Welke middelen en instrumenten worden ingezet om de duurzaamheidsdoelstelling te bereiken? Energie besparen, meer recyclen, minder verbruik door (productie)planning of gedragsverandering, eigen duurzame opwek, gebouwaanpassingen? In die mix aan activiteiten is energie-inkoop een essentiële pijler. Er zijn verschillende keuzes te maken bij duurzamere energie -inkoop. Daarbij heeft de ene meer impact op de energietransitie dan de andere.
Je kunt als bedrijf bij de inkoop van energie generieke groencertificaten (garantie van oorsprong – GvO) kopen. Generiek betekent dat de energie afkomstig is van verschillende Europese wind- en zonneparken. Bedrijven die willen dat hun energie-inkoop bijdraagt aan de vergroening van de Europese energiesector kunnen deze GvO’s kopen. Minder generiek is aanwijsbaar groene energie-inkoop. Hierbij koop je certificaten van een specifiek wind- of zonnepark, mogelijk zelfs uit eigen regio. Je draagt zo indirect bij aan de regionale ontwikkeling van duurzame opwekcapaciteit in Nederland.
Je kunt ook daadwerkelijk elektriciteit contracteren van een specifieke bron. Dat kan met corporate Power Purchase Agreements (cPPA). Hierbij ga je een koopovereenkomst aan met een specifiek wind- of zonnepark, doorgaans voor een langere periode van 5-10 jaar. Dat betekent ook dat je incalculeert dat de volumes aan geleverde elektriciteit schommelen. De productie van wind- en zonneparken wisselt namelijk vanwege de weersafhankelijkheid. Daar kan op jaarbasis 20% verschil in zitten. Met een cPPA is het dus volstrekt helder waar je groene elektriciteit vandaan komt. Je draagt ook actief en direct bij aan de energietransitie.
Wat is realistisch?
Plat gezegd zou je kunnen zeggen dat direct energie inkopen bij een lokale bron beter is dan vergroenen met generieke GvO-certificaten. Maar dat is niet helemaal reëel. Een cPPA heeft een grote groene impact, maar is niet voor elke organisatie weggelegd. Sterker, het zou uiteindelijk contraproductief kunnen zijn, omdat cPPA’s een financiële reikwijdte en risicobereidheid vergen die veel bedrijven boven de pet gaan. De beste manier van vergroenen van energie-inkoop is afhankelijk van verschillende factoren, zoals bedrijfsgrootte, het totale energieverbruik, marktomstandigheden, risicoprofielen, hedges tegen prijsfluctuaties en ESG-strategieën.
Wél realistisch is een aanpak waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. En dat gebeurt gelukkig ook. We zien dat invloedrijke en internationaal georiënteerde bedrijven deze verantwoordelijkheid pakken. Een voorbeeld hiervan is de RE100, waarin invloedrijke en ambitieuze bedrijven zich hebben verbonden en 100% duurzame elektriciteit inkopen via cPPA’s. Deze organisaties hebben de benodigde schaal om cPPA’s af te sluiten, een langjarige commitment aan te gaan en de bijbehorende risico’s op te vangen. Voor kleinere bedrijven die op nationaal niveau opereren, is aanwijsbaar groene energie-inkoop van specifieke groencertificaten een goede optie.
Maak verduurzaming vooral haalbaar
Bij energietransitie en verduurzaming is het verstandig om het doel en de route te kiezen die passen bij je organisatie. Streven naar de verst denkbare bestemming is een mooi gedachte-experiment, maar als basis voor je duurzaamheidsstrategie niet het meest realistische. Ga voor het haalbare. Schaal vanuit een solide basis op en begin bijvoorbeeld pas later te experimenteren met elektriciteit uit een specifieke bron. Zo blijven risico’s beheersbaar, komt de bedrijfscontinuïteit niet in het geding en blijft je bedrijf in beweging en op het juiste pad in de energietransitie. Dat betekent dus in de praktijk dat de groenst mogelijke maatregelen niet automatisch de meest passende zijn. Voor een duurzamere toekomst is een praktische oplossing vaak het best en dat zal voor de meeste organisaties die iets met duurzaamheid moeten en willen een prettige gedachte zijn.
Robert Jan de Boer, Product Developer Sustainable Energy bij ENGIE