De organisaties vinden dat Shell ongeloofwaardige en misleidende informatie verschaft over de oorzaak van olielekkages in de Nigerdelta, waardoor het bedrijf de indruk wekt dat het merendeel van de vervuiling bij zijn olieoperaties te wijten is aan sabotage. Deze gang van zaken is in strijd met de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. De klacht is ingediend bij de Nationale Contactpunten van de OESO bij de Nederlandse en Engelse regering.
Op woensdag 26 januari zal Shell zich tijdens een parlementaire hoorzitting in de Tweede Kamer moeten verantwoorden voor de effecten van zijn activiteiten op mensenrechten en het milieu in de Nigerdelta.
Halverwege de jaren negentig accepteerde Shell dat een groot deel van de vervuiling in de Nigerdelta te wijten was aan eigen falen. Tegenwoordig wijt de multinational het merendeel van de vervuiling echter aan sabotage door de gemeenschappen en criminelen. Het bedrijf gebruikt misleidende cijfers om te onderbouwen dat bijna alle olielekkages (98%) zou worden veroorzaakt door sabotage.
Amnesty International en Milieudefensie erkennen dat sabotage een probleem is in de Nigerdelta, maar hebben het gebruik van dergelijke cijfers door Shell herhaaldelijk betwist. Ook milieuorganisaties en gemeenschappen in de Nigerdelta hebben al jarenlang zware kritiek op het gebruik van cijfermateriaal door Shell. Volgens de Nigeriaanse wet is Shell bij sabotage niet verantwoordelijk voor schade aan mensen of hun bronnen van inkomsten.
‘De cijfers van Shell zijn absoluut ongeloofwaardig.’ zegt Audrey Gaughran van Amnesty International. ‘De wijdverbreide olievervuiling is een wezenlijk probleem dat wordt veroorzaakt door de olieindustrie in de Nigerdelta, maar onafhankelijk onderzoek naar de oorzaken van olielekkages ontbreekt volledig.’
Zowel Milieudefensie als Amnesty International hebben na onderzoek geconcludeerd dat oliebedrijven in veel gevallen grote invloed hebben bij het vaststellen van de oorzaak van de lekkages.
Nnimmo Bassey, directeur van Friends of the Earth Nigeria en voorzitter van Friends of the Earth International: ‘We houden regelmatig toezicht op lekkages en onze bevindingen spreken vaken informatie van Shell tegen. Uit verschillende studies blijkt dat het merendeel van de schuld voor olielekkages in de Nigerdelta bij de oliebedrijven, en vooral Shell ligt. Het bedrijf moet zijn verantwoordelijkheid nemen en de rotzooi die het in ons land gemaakt heeft opruimen.’
Ondanks herhaalde verzoeken heeft Shell tot dusver geweigerd inzichtelijk te maken waar het bedrijf zijn gepubliceerde cijfers op baseert en hoe ze tot stand zijn gekomen. Bovendien hebben Amnesty International en Milieudefensie lekkages gedocumenteerd waarbij Shell beweert dat deze werden veroorzaakt door sabotage, maar waarbij uit ander onderzoek of in de rechtszaal andere conclusies werden getrokken.
In 2009 werd Shell verplicht een correctie aan te brengen in de eigen misleidende informatie over de oorzaak van olielekkages. Nadat het bedrijf regelmatig had beweerd dat 85% van alle olielekkages in 2008 veroorzaakt waren door sabotage, stelde Shell het cijfer later bij tot zo’n 50%. Noch de beweringen van het percentage van 85%, noch het cijfer van 50% is ooit toegelicht. Shell heeft ook geen pogingen gedaan om de onterechte indruk te bestrijden die ontstaan was door het wijdverbreide gebruik van het cijfer van 85%.
Na meer dan vijftig jaar oliewinning in de Nigerdelta heeft Shell met duizenden olielekkages een schrikbarende erfenis van milieuschade achtergelaten. Water is vervuild met olie, terwijl dat onontbeerlijk is voor bewoners voor hun dagelijkse drinkwater en als bron van inkomsten voor vissers. Landbouwgebieden en oogsten zijn door de vervuiling vernietigd.
Het misbruik van cijfers over de oorzaak van olielekkages en de nalatigheid van Shell en de regering om te zorgen dat er eerlijk en geloofwaardig onderzoek plaatsvindt houdt een situatie van ernstige mensenrechtenschendingen in het gebied in stand. Het belemmert de bewoners in hun mogelijkheden tot gerechtigheid en compensatie.