Een nieuw gestart project wil een commercieel levensvatbare en schaalbare oplossing vinden voor het dreigende overschot aan afgedankte windturbinebladen. Het EoLO-HUBs (End of Life through Open HUBs) project zal 4 jaar duren. TNO en Brightlands Materials Center (BMC) hadden al een manier ontdekt om de composietvezels terug te winnen en er recyclebare materialen van te maken. Nu is er een consortium van 18 partners uit de hele toeleveringsketen gevormd, dat dit gaat realiseren.
Einde levenscyclus door open hubs
EoLO-HUBs is onderverdeeld in drie hubs. Het eerste is belast met het terugwinnen van de glasvezel uit composieten op chemische wijze via groene solvolyse. De tweede hub doet hetzelfde door middel van thermolyse. Het doel van de derde hub is om de kennis te delen. Deze bundeling van kennis en data versterkt de Europese interactie en biedt nieuwe kansen om een oplossing te ontwikkelen die voldoet aan de circulariteitsdoelstellingen voor 2030.
Duurzaam businessmodel voor de industrie
Harald van der Mijle Meijer, Senior Consultant Wind Energy Technology bij TNO, is verheugd dat het EoLO-HUBs project groen licht heeft gekregen. ‘Wij gaan een platform opzetten dat potentiële investeerders de toegevoegde waarde laat zien. Een windpark ontmantelen is een complexe onderneming die verder gaat dan de gebruikelijke werkwijzen in bijvoorbeeld de olie- en gasindustrie. Als de hordes genomen zijn, biedt deze innovatie zakelijk gezien grote kansen. Samen met onze partners zullen we op demo-locaties laten zien dat er een reëel businessmodel bestaat voor het recyclen en opwaarderen van de teruggewonnen materialen zoals vezels vanuit de composieten uit windturbinebladen.’
Simone Mancini, Science Innovator bij TNO, benadrukt het belang van het project. ‘De markt is nog relatief nieuw en klein. Steeds meer windturbines moeten de komende vijf jaar uit bedrijf worden genomen en vervangen. Het is dus cruciaal dat we voor deze groeimarkt vandaag al naar oplossingen zoeken.’
Volledig recyclebare producten maken van teruggewonnen vezels
TNO is een belangrijke schakel in het EoLO-HUBs project, legt Simone uit. ‘Wij ontwikkelen bijvoorbeeld een end-of-life tool om industrieën te helpen de meest rendabele of duurzame beslissing te nemen. Een ander instrument, dat wordt opgenomen in onze UWiSE software, is een gedetailleerd modelleringsinstrument waarmee gebruikers uiterst nauwkeurig de kosten, prestaties en vereisten van elk proces in de ontmantelingscampagne van volledige windmolenparken in kunnen schatten. Het opwaarderen van de teruggewonnen vezels uit de windturbinebladen tot (her)bruikbare producten is een belangrijk onderdeel hiervan.’
‘Wij werken nauw samen met onze collega’s van BMC, het gezamenlijke innovatiecentrum van TNO en de Provincie Limburg’, zegt Simone. ‘Zij zullen in een praktijkomgeving laten zien hoe de vezels uit windturbinebladen hergebruikt worden in nieuwe thermoplastische composieten. De output komt in de vorm van korreltjes, die gebruikt kunnen worden in gangbare kunststofproductietechnieken, bijvoorbeeld spuitgieten voor de auto-industrie. Dit proces moet ervoor zorgen dat teruggewonnen vezels nieuwe waarde krijgen als gerecycleerde materialen in bestaande markttoepassingen.’
‘TNO en BMC werken samen met Centro Ricerche Fiat om een volledig gerecycled composiet te ontwikkelen en de voordelen voor industrieel gebruik te demonstreren’, vult Harald aan. ‘Ik vind het fantastisch dat het composietmateriaal dat van de vezels wordt gemaakt, ook weer gerecycled kan worden. Dat komt omdat het een thermoplastisch composiet is, dat je opnieuw kunt verhitten en vormen voor allerlei eindtoepassingen. Het is dubbele winst: we halen de anders afgedankte vezels uit de bladen én we maken er een volledig recyclebaar product van.’
Europese samenwerking
De diversiteit van de partners in de toeleveringsketen zorgt ervoor dat het EoLO-HUBs project veel verder gaat dan een onderzoek. Het proces wordt in de praktijk gedemonstreerd via zowel thermolyse als solvolyse, om zo de haalbaarheid voor industriële toepassing aan te tonen.
‘Een ander uniek kenmerk is de kennis-hub’, zegt Harald. ‘We zijn verbonden met soortgelijke studies en wisselen graag gegevens en kennis uit. Bovendien kijken we naar alle sociaaleconomische aspecten bij het bepalen van de beste procesmethode.
De Europese Unie investeert bijna 10 miljoen euro in het EoLO-HUBs project als onderdeel van haar Green Deal. Nederlandse partners naast TNO zijn Jansen Recycling Groep en Echt regie in transitie. Maar het consortium bestaat uit pionierende bedrijven, onderzoekscentra en universiteiten uit heel Europa, zoals de coördinerende partner Aitiip Technology Centre in Spanje, Fraunhofer Gesellschaft, Mitsubishi Chemicals in Duitsland en andere deelnemers.
TNO verwacht de eerste demonstrator over drie jaar klaar te hebben, zodat geïnteresseerde partijen het potentieel van de teruggewonnen composieten uit windturbinebladen in levenden lijve kunnen zien.