Op internationaal niveau is uitdrukkelijk afgesproken dat ISO 26000 een richtlijn is en geen eisenstellende norm. ISO 26000 is dus niet bedoeld voor certificatie. Organisaties die claimen een certificaat of keurmerk te kunnen verlenen gebaseerd op ISO 26000, druisen daarmee in tegen de bedoeling van de ISO-richtlijn. Om de integriteit en bedoeling van ISO 26000 te bewaken, heeft de normcommissie MVO het initiatief genomen zelf een vorm van erkenning te ontwikkelen die aansluit bij het karakter van MVO en ISO 26000. De normcommissie vindt het daarnaast van belang dat de vorm van erkenning van MVO aan een aantal voorwaarden voldoet zoals bijvoorbeeld laagdrempelig, toepasbaar voor MKB, lage kosten en een beperkte tijdsinspanning. In de normcommissie hebben onder andere vertegenwoordigers zitting van VNO-NCW, ministerie van Economische Zaken, FNV Vakcentrale, Goede Waar & Co en het MVO-platform.
Zelfverklaring MVO
Volgens de normcommissie MVO is een zogenoemde zelfverklaring dat de organisatie ISO 26000 toepast de beste oplossing. Dit sluit het meeste aan bij het gedachtegoed van ISO 26000: MVO doe je vanuit jezelf en met een zelfverklaring leg je daar als organisatie zelf verantwoording over af aan de stakeholders. De keuze voor een zelfverklaring spreekt ook MVO Nederland aan. Daarom gaat de normcommissie in samenwerking met MVO Nederland een ‘handleiding’ ontwikkelen voor het opstellen van een ‘zelfverklaring MVO/ISO 26000’. Deze handleiding biedt ondersteuning in het proces om te komen tot een zelfverklaring en geeft aan hoe een organisatie haar zelfverklaring het beste kan onderbouwen. Met de handleiding wordt beoogd de kwaliteit en betrouwbaarheid van zelfverklaringen van de toepassing van ISO 26000 te vergroten. Het streven is om op het introductieseminar van ISO 26000 op 9 december 2010 deze handleiding voor zelfverklaringen te introduceren.