Op zeer nauwkeurige wijze hebben onderzoekers van de Universiteit Utrecht, Wageningen University & Research en de Universiteit van Amsterdam microplastics en -rubbers in de Dommel, de Maas en Nederlandse rioolwaterzuiveringsinstallaties gemeten.
Het merendeel van alle microplastics in zeeën en oceanen wordt aangevoerd door rivieren, waar de microplastics vanuit verschillende bronnen samenkomen. Kennis over die bronnen en de verspreiding van microplastics is belangrijk voor watermanagers. Resultaten uit eerdere onderzoeken waren door verontreiniging minder betrouwbaar, en vaak werden alleen grotere deeltjes gedetecteerd – nu zijn ook kleinere microplastics getraceerd. Met de resultaten uit dit onderzoek kunnen watermanagers – zowel van oppervlaktewater als van drinkwater – beter inschatten of en waar mogelijke risico’s van microplastics te verwachten zijn. De resultaten van dit onderzoek zijn recent gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Water Research.
“Het is lastig om microplastics in water op te sporen,” vertelt Svenja Mintenig, promovendus aan de Universiteit Utrecht en hoofdauteur van het onderzoek. Dat komt bijvoorbeeld doordat lab-materiaal soms ook van plastic gemaakt is, en de monsters eenvoudig vervuilen. Ook is er door de relatief lage concentraties ontzettend veel water nodig voor een betrouwbare analyse: de onderzoekers moesten per monster duizenden liters water bemonsteren en concentreren tot maar één liter water.
Kleine microplastic deeltjes
De deeltjes die het team onderzocht, zijn veel kleiner dan voorheen werd gemeten. Vaak werden voorheen alleen deeltjes vanaf 300 micrometer gemeten, ongeveer zo groot als een huisstofmijt en nog net met het blote oog te zien. “Nu kunnen we zelfs deeltjes tot 20 micrometer – zo klein als een menselijke huidcel – waarnemen,” vertelt Merel Kooi, promovendus aan Wageningen University & Research en tweede auteur van het artikel. Door de monsters met behulp van een speciale microscoop en nieuwe software te analyseren, legden de onderzoekers de aanwezigheid van 26 verschillende soorten plastics en rubbers bloot. En hoe kleiner de deeltjes, hoe meer ervan voorkwamen in het water.
De gevonden concentraties microplastics varieerden sterk, maar gemiddeld vonden de onderzoekers ongeveer 1 deeltje per liter. Dichtbij steden waren meestal meer deeltjes in het water dan in minder dichtbevolkte gebieden.
Ecologische gevolgen
Vooralsnog liggen de concentraties onder het niveau waarbij ongewenste ecologische effecten worden verwacht. Wel is het belangrijk die concentraties scherp in de gaten te houden. “Het zijn deeltjes die niet zo maar verdwijnen, en omdat bij gelijkblijvend of stijgend gebruik van plastic concentraties van het plastic in het milieu daarom hoger zullen worden kan het in de toekomst wel een probleem worden,” legt Kooi uit.
Het blijft nog onduidelijk waar de microplastics precies vandaan komen. “Er komen absoluut microplastics uit rioolwaterzuiveringsinstallaties, maar we konden geen directe link leggen tussen hogere concentraties microplastics in rivieren en de zuiveringsinstallaties. Er zijn dus ook andere, misschien zelfs belangrijkere, bronnen van microplastics in rivieren,” vertelt Mintenig.
Het onderzoek is onderdeel van het project TRAMP, deels gefinancierd door het NWO Open Technology Programma, en deels door de Waterschappen en verschillende overheidsinstanties.