Problematiek concreet maken, een geïntegreerde aanpak, een sterke overheid en een initiatiefrijk bedrijfsleven. Dat zijn belangrijke elementen waarmee Nederland kan terugkomen uit de achterste rij van het peleton als het gaat om duurzaamheid en milieu. Zo luidde de algemene conclusie tijdens een rondetafelbijeenkomst bij advies- en ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. De aanleiding: het Nationaal Milieubeleidsplan dat 25 jaar geleden voor het eerst verscheen. Initiatiefnemer van de bijeenkomst was Folkert van der Molen, marketingmanager.
Bij het evenement waren onder andere oud-premier Lubbers, Ed Nijpels (destijds milieuminister en nu voorman van NLIngenieurs), Chris Kuijpers (DG van het ministerie van Infrastructuur en Milieu) en Tjerk Wagenaar (directeur stichting Natuur & Milieu) aanwezig.
Het eerste Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) zette Nederland 25 jaar geleden internationaal op de kaart. Kuijpers: ‘De staat Californië, vooruitstrevend als het gaat om duurzaamheid, gebruikte het.’ Het plan werd daarnaast vertaald in het Russisch en Chinees en vormde de blauwdruk voor diverse Europese beleidsplannen.
Van armoede naar geopolitieke invloed
Het plan ontstond destijds uit beleidsarmoede. Landbouw, economie en milieuwetgeving waren nauwelijks geïntegreerd. De integratie waarin het NMP voorzag pakte goed uit. Ondanks dat het tweede kabinet Lubbers viel door een onderdeel van het beleidsplan (het reiskostenforfait), zette het demissionaire kabinet het toch door. Ruud Lubbers memoreerde tijdens de bijeenkomst aan een internationale conferentie in Den Haag: ‘Daar deden veel landen aan mee, ook derdewereldlanden. Die internationale component gaf het plan vleugels.’ Ook Wagenaar refereerde aan de internationale kansen: ‘Het NMP laat zien dat je als relatief klein land heel veel kan betekenen.’
Feiten als belangrijke aanjager
Volgens Ed Nijpels was het rapport ‘Zorgen voor Morgen’ een belangrijke aanjager voor het succes van het eerste NMP. ‘Dankzij dat rapport lagen er feiten en cijfers op tafel waar politiek gezien niemand omheen kon.’
Nijpels, die nu verantwoordelijk is voor de uitvoering van het Energieakkoord, ziet echter ook flinke uitdagingen: ‘Dankzij onze gasvoorraad zijn we in slaap gevallen. Daarnaast is door vijf kabinetten in 10 jaar tijd te versnipperd en te weinig aandacht besteed aan bijvoorbeeld de aanpak rond duurzame energie.’
Doen
Hoe kan Nederland terugkomen in de internationale top? Kuipers focust vooral op handelen: ‘Het gaat om doen. Want het kan. Op het gebied van afval en recycling, de circulaire economie, lopen we al voorop. Dat kan op andere thema’s ook.’ Wagenaar noemt daarbij voorbeelden van gemeenten die zelfstandig het voortouw nemen: ‘Zij behoren, bijvoorbeeld in de uitvoering van het energie-akkoord, die ruimte te krijgen, ook vanuit de landelijke overheid.’ In dat doen ligt vooral de uitdaging in de benaderingswijze. Bijvoorbeeld door economische winst en gezondheidsrisico’s heel concreet te maken, en die te koppelen aan milieubeleid. Job van den Berg, leading professional Sustainable Development en Governance bij Royal HaskoningDHV: ‘Die uitdaging zijn we aangegaan en die lijn zetten we graag voort. Uitdagingen maakte we als Royal HaskoningDHV bijvoorbeeld concreet door mee te schrijven aan de milieuplannen van Hongarije en Tsjechië. En anno 2014 maken we oplossingen lokaal en internationaal opnieuw concreet, door heel specifiek aan te tonen waar de problematiek ligt.’
Daarmee wordt voortgebouwd aan de wens van Ruud Lubbers, die ook opgetekend staat in het Handvest van de Aarde en waarmee hij de bijeenkomst afsloot: ‘Ik wens u een vreugdevolle viering van het leven.’