Vijf consortia van onderzoekers, organisaties en bedrijven ontvangen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in totaal twee miljoen euro uit het programma ‘Duurzame Businessmodellen’. De vijf consortia onderzoeken welke factoren een rol spelen bij succesvol duurzaam ondernemen. Nieuwe vormen van ondernemerschap en de rol van inkoopafdelingen zijn enkele van de onderwerpen waarmee de onderzoekers aan de slag gaan. Ze werken daarbij nauw samen met de betrokken bedrijven en organisaties. Zodoende worden onderzoek en praktijk voortdurend op elkaar afgestemd en is directe toepassing in de praktijk mogelijk.
Het programma ‘Duurzame Businessmodellen’ wil nieuwe kennis en methoden ontwikkelen die de overgang naar duurzame businessmodellen in Nederland versnellen. In de consortia werken wetenschappers, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties samen. Wetenschappelijke disciplines zoals bedrijfskunde, innovatiewetenschappen, psychologie en economie worden met elkaar, met bedrijven en met organisaties verbonden. “Door de intensieve kennisuitwisseling tussen wetenschap en maatschappelijke organisaties kunnen we snel kennis opdoen. Deze kennis is direct bruikbaar om het transitieproces naar grootschalig gebruik van duurzame business modellen te versnellen.” aldus Marko Hekkert, projectleider en hoogleraar Innovatiestudies aan de Universiteit Utrecht. “Om te bereiken dat duurzame business modellen het standaard business model worden, hebben we nog een lange weg te gaan. Juist daarom is dit NWO-programma, waarin we nauw samenwerken met overheden en bedrijven die heel actief zijn op dit vlak, zo interessant.”
Initiatief van en voor het bedrijfsleven
Het Groene Brein en De Groene Zaak, twee organisaties die zich sterk maken voor duurzaamheid, en NWO hebben het initiatief genomen voor het programma. NWO heeft samen met verschillende bedrijven en organisaties, die ook financieel bijdragen, de onderwerpen voor het onderzoek bepaald. “Er ligt een enorme kans voor de Nederlandse economie als wij duurzame businessmodellen ontwikkelen. Maar dan moeten we al onze innovatiekracht aanwenden,” aldus Antoine Heideveld, directeur van Het Groene Brein. “Dit programma verbindt wetenschap en bedrijfsleven en zorgt ervoor dat die economische kansen verzilverd kunnen worden.”
Samenwerking tussen publieke en private partijen
In de consortia zijn de vragen uit de praktijk van de bedrijven en organisaties leidend. Vanaf het formuleren van de projectvoorstellen tot het toepassen van de kennis in de praktijk werken onderzoekers, bedrijven, overheden en organisaties nauw samen. Door deze co-creatie is het mogelijk om het onderzoek en de praktijk voortdurend op elkaar af te stemmen en bij te stellen. Hierdoor wordt de overgang van traditioneel ondernemen naar duurzame businessmodellen in Nederland versneld. ”In ons onderzoek werken de Tilburg University, de Open Universiteit en NEVI samen met een dertigtal bij de “Green Deal Circulair Inkopen” betrokken private en publieke organisaties”, zegt Erik van Assen van NEVI, een van de projectpartners. “Deze 30 organisaties zijn de komende jaren bezig met minimaal twee concrete inkoopprojecten. Door een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve studies willen we praktische richtlijnen ontwikkelen voor inkopers en inkoopafdelingen”.
Het budget van twee miljoen euro wordt verdeeld over vijf consortia die een bijdrage gaan leveren aan de versnelling van duurzaam ondernemen in Nederland:
Transitie naar duurzame bedrijfsmodellen: leiderschap en het meten van gedeelde waardecreatie
Prof. dr. R.J.M. (Rob) van Tulder (Erasmus Universiteit Rotterdam)
Consortium: Erasmus Universiteit Rotterdam, Hanzehogeschool Groningen, Technische Universiteit Delft, Universiteit van Amsterdam, Universiteit Utrecht, TNO Hoofddorp (Arbeid), Stichting Phusis en Ministerie van Economische Zaken.
De transitie van een traditioneel businessmodel naar een duurzaam bedrijfsmodel vergt fundamentele veranderingen in bedrijfsprocessen en nieuwe vormen van leiderschap. Randvoorwaarde voor deze overgang naar meer duurzame bedrijfsmodellen vormt het meten van vooruitgang en impact. Dit interdisciplinair consortium brengt kennis uit verschillende disciplines bij elkaar om oplossingen te bieden voor drie sectoren: zorg, voedselzekerheid en energie/biodiversiteit.
Duurzame innovaties en hun maatschappelijke impact
Dr. B. (Bas) Hillebrand (Radboud Universiteit Nijmegen)
Consortium: Radboud Universiteit Nijmegen, Nyenrode Universiteit, TIAS (School for Business and Society) en Tendris.
Duurzame innovaties zijn nieuwe producten, diensten of bedrijfsmodellen die een kleine impact hebben op het milieu. Voorwaarde voor het slagen van duurzame innovaties zijn ingrijpende systeemveranderingen waarbij alle betrokken partijen hun houding en gedrag moeten veranderen. Daarom onderzoekt dit consortium de maatschappelijke impact van duurzame innovaties, in het bijzonder de impact op klanten, andere bedrijven, niet-gouvernementele organisaties en media. Beoogde resultaten zijn betrouwbare meetinstrumenten voor maatschappelijke impact en praktische aanwijzingen voor managers.
Innovatiesystemen- en organisatie
Prof. M.P. (Marko) Hekkert (Universiteit Utrecht)
Consortium: Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam, Hogeschool Zeeland, University College Roosevelt en Provincie Zeeland, Ministerie van Economische Zaken en IUCN NL, Nederlandse afdeling van de International Union for the Conservation of Nature.
Kenmerkend aan duurzame verdienmodellen is dat de bedrijven sterk worden beïnvloed door niet-commerciële organisaties en intensiever samenwerken met meer verschillende partijen. Het consortium onderzoekt welke factoren van invloed zijn op bedrijven om deze stap te maken. Hoe werken bedrijven samen met al die verschillende stakeholders om duurzame verdienmodellen tot een succes te maken? Het onderzoek richt zich op duurzame verdienmodellen waarbij het behoud van biodiversiteit en ecosystemen belangrijk is.
Het opschalen van autodelen in Nederland
Prof. Dr. K. (Koen) Frenken (Universiteit Utrecht)
Consortium: Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam, Universiteit Wageningen, Dialogic Innovatie & Interactie en Stichting Natuur & Milieu.
Autodelen – het huren van een auto via een bedrijf of particulier – is sterk in opkomst. Toch is het aantal mensen dat gebruikmaakt van autodelen nog relatief klein. Het consortium onderzoekt onder welke voorwaarden autodelen opgeschaald kan worden. De onderzoekers kijken naar regionale verschillen, gemeentelijk beleid en de effectiviteit van publiekscampagnes. Alle inzichten worden vertaald in aanbevelingen voor bedrijven, consumenten en overheden die betrokken (willen) zijn bij autodelen.
Duurzame bedrijfsmodellen in de praktijk: circulair ingerichte ‘supply chains’
Prof. dr. ir. G.C.J.M. (Bart) Vos (Universiteit van Tilburg)
Consortium: Universiteit van Tilburg, Open Universiteit en NEVI, Kennisnetwerk voor inkoop en supply management.
Inkoopafdelingen spelen een belangrijke rol bij de transitie van bedrijven van traditionele ‘take make waste’ ketens naar circulaire ketens. Het onderzoek is gericht op de impact van circulair inkopen op de voor inkopers benodigde kennis, vaardigheden en attitudes. Het consortium onderzoekt in hoeverre ‘intrapreneurship’ voor inkopers vereist is om op proactieve wijze bij te dragen aan de implementatie van circulair ketenmanagement. Het onderzoek zal leiden tot concrete richtlijnen voor een op circulaire principes ingerichte waardeketens.
Meer informatie
Over het programma Duurzame BusinessmodellenHet programma Duurzame Businessmodellen is een gezamenlijk initiatief van ondernemingsvereniging De Groene Zaak, wetenschapsnetwerk Het Groene Brein en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De partijen willen met dit programma de ontwikkelingen van duurzaam ondernemen in Nederland versnellen. Daarom werken in de consortia bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen samen. Tendris, NEVI, Alliander N.V.,Stichting Natuur & Milieu, Stichting Phusis, TNO, Octrooicentrum Nederland, Provincie Zeeland en het Ministerie van Economische Zaken waren betrokken bij het formuleren van de onderzoeksvragen die in het programma centraal staan.